Ria Kock



Poëzie in de hoofdrol

Geïnteresseerd in hoe/waar mensen leven, wonen, werken en ontspannen, heb ik me gericht op het interieur van Schouwburg Tilburg. In eerste instantie heb ik de diverse zalen, kleedkamers, foyer en restaurant verkend. Verschillende ruimtes met elk hun eigen, maar ook gezamenlijk oogmerk, namelijk het entertainen en laten ontspannen van mensen in een aangename sfeer. Vooral die sfeer - ik noem het mijn poëzie van de werkelijkheid - heb ik proberen vast te leggen, gebruik makend van natuurlijk bestaand licht, of het aanwezige kunstlicht.

Al dwalend door het gebouw, trap op trap af, viel het me op hoeveel trappen er eigenlijk zijn. Van staatsietrap tot toneeltrapje hebben ze allemaal hun eigen rol. Hoe je het ook wendt of keert, (bijna) iedereen daalt wel ergens in het gebouw een trap af, of beklimt er een. Hoewel er geen mensen op mijn foto’s zichtbaar zijn, denk ik dat je hun visuele aanwezigheid wel kunt bespeuren. Schouwburg Tilburg als ontmoetingsplek, waar mensen in groten getale figureren.

Mooi vind ik dat de architecten Gerard Holt en Bernard Bijvoet de grote witte pilaren alleen voor de sier hebben gemaakt. Ze dienen verder helemaal nergens toe, zo hoorde de schoonzoon van Holt, ook architect, eertijds de heren vertellen. Dit was te danken aan Bijvoet, de poëet van het stel! Een publicatie met de titel Schouwburg Tilburg: het gebouw: modernistisch, democratiseren, functioneel, vernieuwend en poëtisch van aard geeft eveneens aan dat er poëzie in het spel is.

N.B. Auteur publicatie: M.C. Kerstens-van Spaendonck (Regionaal Archief Tilburg, 1993)